Schematherapie
Schematherapie richt zich niet alleen op symptomen, zoals angst, depressie, paniekaanvallen, verslavingen, eetstoornissen, seksuele problemen of slapeloosheid, maar ook op de ‘schema’s’ die aan de klachten ten grondslag liggen.
Onder een schema verstaan we een geheel van waarnemingen, emoties en gedrag in specifieke situaties inclusief de betekenissen die je als mens daaraan geeft. Die betekenissen worden mede bepaald door ervaringen in je eerst levensjaren. Zo’n schema is als het ware de gekleurde bril waardoor je jezelf en de wereld om je heen bekijkt.
Schema’s kunnen je helpen om het gedrag van anderen en de wereld om je heen goed en snel te begrijpen. Maar een kind kan ook schema’s ontwikkelen die niet realistisch zijn en uiteindelijk problemen opleveren in het zelfbesef en in relatie tot anderen en de wereld. Zulke disfunctionele schema’s ontstaan vaak op jonge leeftijd als gevolg van een wisselwerking tussen het temperament van een kind, de opvoedingsstijl van de ouders en betekenisvolle (soms traumatische) ervaringen.
Als mens ben
je geneigd om hardnekkig vast te houden aan je schema’s, ook als ze niet
realistisch en daardoor schadelijk zijn. Schematherapie is erop gericht je disfunctionele
schema’s te ontdekken, te corrigeren en achterliggende emotionele pijn te
helen. Het doel is dat je de wereld om je heen beter begrijpt en in staat bent
om de dagelijkse problemen beter aan te kunnen, waardoor ook je klachten
verminderen of verdwijnen.
Schematherapie is voor een belangrijk deel een ervaringsgerichte therapie
waarbinnen ook gebruik wordt gemaakt van imaginaire technieken. Het is een
uitbreiding van de cognitieve gedragstherapie.